Zoals we de Javaanse cultuur hebben leren kennen in
Suriname (bijv. de djaran képang op onze
eerste reis in 2005), zo kon je de Surinaamse cultuur leren kennen in
Amsterdam. Op 1 juli j.l. werd er Keti
koti (verbroken ketenen) gevierd. Ik deed dat in twee contrasterende
stappen: eerst de feiten op de tentoonstelling "Slavernij verbeeld",
daarna de emoties in het Oosterpark.
Een
globe uit 1750 op de tentoonstelling "Slavernij verbeeld". Helaas kon
ik niet zien of de Amazone getekend was volgens de kaart van La Condamine.
Terwijl ons Koningspaar bij het Slavenmonument in het
Oosterpark géén krans mocht leggen (waarschijnlijk wél als er excuses voor de
veroorzaakte ellende waren gemaakt), liep ik door de tentoonstelling
"Slavernij verbeeld" bij de Bijzondere Collecties van de UvA (Oude
Turfmarkt 129). Ik was 2 uur lang vrijwel de enige bezoeker. De tentoonstelling
was samengesteld door o.a. Carl Haarnack (bekend van zijn prachtige blog "Buku-Bibliotheca Surinamica") en de
historicus Dirk Tang.
Wat een prachtige boeken over slavernij waren daar
tentoongesteld! Onder andere een hollandse uitgave van Candide ou l'optimisme uit 1759 van Voltaire. Diens naam werd echter
weergegeven als "V.......". Volgens Dirk Tang waarschijnlijk omdat
zijn volle naam de woede van vele Hollanders zou hebben opgeroepen.
Nederlandse
uitgave van Voltaire's Candide: "De gevallen van Candide over de
ongeveinsde Jongeling, afschetzende de hedendaagsche waereld, na deszelfs
Natuur en Eigenschappen; opgesteld door den vermaarden schrijver de
V......".
Eén van de redenen waarom Voltaire (François-Marie
Arouet) niet geliefd was, was wellicht zijn rijkdom. Zijn vriend de wiskundige
en landmeter Charles Marie de la Condamine had een truc bedacht om de loterij te winnen. Voltaire regelde het innen van het geld (tussen 1727 en 1732) met
een notaris. Samen werden ze zéér rijk: genoeg voor Voltaire om gedurende zijn
hele verdere leven de publikatie van al zijn geschriften zelf te betalen en
voor La Condamine om een reis naar Quito (1735) te maken en zijn terugreis over
de Amazone via Paramaribo en Amsterdam (1744) te bekostigen.
De tentoonstelling werd toegelicht met informatieve
video-interviews die Jörgen Raymann met zijn dochter Melody hadden gemaakt. Ook
was er een opmerkelijk filmpje getiteld "Wij verlangen onze vrijheid" (productie Theater Nomade), dat onderdeel was
van de afscheidsrede van prof. Cees Maris, hoogleraar Rechtsfilosofie aan de
UvA. De fictieve rechtzaak liet zien hoe slecht religie en filosofie, ook in
het verleden, antwoord wisten te geven op het verschijnsel slavernij.
's Middags volgde ik de rondleiding gegeven door de goed
vertellende historicus Dirk Tang. Hij herinnerde eraan dat er in Nederlands Oost-Indië
óók slaven waren geweest; velen! Ook vertelde hij dat er bij de suikerpersen,
waar de slaven de rietsuikerstengels in moesten steken, een machete hing. Als
men gegrepen werd door de pers kon de hand eraf gehakt worden om erger te
voorkomen.... Wellicht een verklaring voor de slaaf met geamputeerde ledematen,
die Candide in Suriname ontmoette.
Waarom liet Voltair zijn Candide juist in Suriname
kennis maken met de wandaden van de slavernij? In zijn essay "Voltaire, Stedman and Surinam
slavery" (Slavery and Abolition, vol. 14: 1-34, 1993) stelt Gert
Oostindië dat het Voltaire niet zozeer ging om de slavernij aan de kaak te
stellen, maar om af te rekenen met frauduleuze, Hollandse uitgevers. Maar
waarom Suriname? Zou La Condamine zijn oude vriend Voltaire verteld hebben van
de wandaden van de planters in Suriname? Dat soort verhalen kon Voltaire goed
gebruiken om de draak te steken met het optimisme van Leibniz (1710) in die
tijd, namelijk dat alles in onze wereld het best mogelijke is: "tout est pour le mieux dans le
meilleur des mondes" (met dank aan H.F. Bienfait voor de referentie).
Om 3 uur 's middags liepen er nog maar weinig witte
mensen in het Oosterpark rond; ik zag slechts een enkele verdwaalde Boeroe. Volgens Jörgen Raymann, in een
NOS-interview hebben de zwarte mensen in het Oosterpark vooral nog verdriet
omdat er te weinig aandacht aan het slavernijverleden wordt gegeven. Het NiNsee
(Nationaal instituut Nederlands
slavernijverleden en erfenis) bijvoorbeeld verliest haar subsidie. Maar
wordt hier in Nederland de pijn en verdriet niet in stand gehouden door
voortgaande discriminatie? Wandelend langs de Surinaamse markttentjes vroeg ik
me af wat deze mensen van het huidige Suriname en van Bouterse denken?
Suriname
in Amsterdam. Wat zouden de zwarte mensen in het Oosterpark van Bouterse
vinden?
Volgens NRC-nl (2 juli 2013) was Bouterse op de
slavernijherdenking in Paramaribo nogal vergevingsgezind. Hij zei: "We hoeven niet steeds alleen maar
achterom te kijken. Al waren het zware dagen, laten we die periode toch
afsluiten. Wanneer de oude kolonisator vraagt om vergeving, laten wij hen dan
ook vergeven." Na zijn oproep richtte Bouterse zich tot het publiek
van enkele tienduizenden, met de vraag of zij ermee instemden dat Nederland
wordt vergeven. De vraag werd met luid enthousiasme en gejoel onthaald: "Wanneer we met haat en wrok in ons
hart door blijven gaan, is er geen plaats voor vooruitgang en liefde. We hebben
elkaar nodig."
Doelde hij hier ook op vergeving voor zijn aandeel in
de Decembermoorden?
Boekenstal
in het Oosterpark
Bij een boekenstal ontmoette ik Rudy Tjoe Ny, die mij
in contact had gebracht met Carl Haarnack. Nu bracht hij mij in contact met
Ellen de Vries, schrijfster van het boek "Nola"
(over de schilderes Nola Hatterman) en van "Suriname,
na de Binnenlandse Oorlog"; nog niet gelezen..... Zij is nu bezig met
een reportage over de Amnestiewet en zal meer begrijpen van wat de zwarte
mensen hier over Bouterse en de Decembermoorden denken.