Showing posts with label Nescio. Show all posts
Showing posts with label Nescio. Show all posts

Wednesday, October 11, 2017

Reizen naar Zeeland, op zoek naar de slinger van Foucault


Cursief:  citaten uit "De uitvreter" van Nescio.

"Behalve den man, die de Sarphatistraat de mooiste plek van Europa vond, heb ik nooit een wonderlijker kerel gekend dan den uitvreter."



Met 8 roeiers, twee minder dan op onze roeitocht over la Petite Saône (19 juli 2011), gingen we op weg naar Den Osse aan de noordkant van Schouwen-Duiveland. In Stellendam poseerden we eerst nog in een grote hal voor "Elsa". Dit zeiljacht werd ooit door Huib in de mid-zeventiger jaren gebouwd in Mozambique. Hij laat de foto's zien van de bouw in de rimboe en van het haastige vertrek, de vlucht voor de FRELIMO in 1977.





Huib laat ons zijn "Elsa" zien: spannende avonturen bij de bouw in Mozambique (~1975)


Op de Brouwersdam viel alleen te "kytesurfen". Rechts voor de kroeg in Zierikzee: 8 Belgen plus 8 Nederlanders, gemiddeld 20 jaar ouder.....

's Middags reden we naar ons logement in Den Osse, waar Chris een comfortabel huisje bezit. 's Avonds reden we door naar Zierikzee, waar we in een kroeg 8 Belgische zeilers ontmoetten, die zich "les vrais Marins" noemen. Ze kwamen uit Maaseik (ten NW van Sittard) en spraken even goed Frans als Nederlands; om jaloers op te zijn! Van een taalstrijd in België was volgens hen geen sprake; nou ja, in Brussel een beetje...

"‘Moet u naar Zierikzee?’ vroeg Japi.
‘Dat wil zeggen’, zei Bavink, ‘ik ga vanavond door naar Veere.’ ‘Zoo’, zei Japi, ‘is u daar gelogeerd?’
‘Ja, daar ben ik gelogeerd en is u niet die heer uit Amsterdam, die altijd maar aan de waterkant zit?
- - - - -
En droogjes weg vroeg i, of Japi ook door ging naar Veere. En zoo kwam 't gesprek op Zierikzee, op Middelburg, op Arnemuiden en al die oorden, waar ze allebei uit en te na hadden rondgeloopen en gestaan en gezeten. Want Japi had van z'n leven toch ook nog wel iets anders gedaan dan in Veere aan den waterkant gezeten." 


De volgende dag (6 oktober) reden we naar Veere om in de Grote Kerk de slinger van Foucault te bezichtigen. Maar.......die hing er niet.

" De wereld was blijven draaien, draaide precies zooals altijd, zou wel blijven draaien zonder hem. Te sappel had i zich gemaakt. Hij was nu wijzer. Hij trok er zijn handen van af. Er waren kooplui genoeg en schrijvers en praters en lui die zich te sappel maakten, meer dan genoeg."

Maar hoe wist Japi dat het de aarde was die draaide?
De draaiing van de aarde is zó langzaam dat we deze niet kunnen voelen of voorstellen. Maar met een hulpmiddel als de slinger van Foucault kunnen we de draaiing zonder (astronomische) meetinstrumenten zichtbaar maken: de heen-en-weergaande beweging van de slinger draait langzaam rond om de verticale lijn door haar ophangpunt.
Deze draaiing is het gevolg van de draaiing van de aarde om haar as. De draaiende aarde kan de slinger echter niet mee laten draaien omdat de dunne draad van de slinger daarvoor te weinig houvast biedt. De slinger blijft daarom in de ruimte in dezelfde richting slingeren, terwijl de aarde er a.h.w. "onder door draait".
De toeschouwer, die op de aarde staat, draait met de aarde mee: op het noordelijk halfrond van west naar oost, linksom tegen de klok in. Hij ziet dan hoe de slinger rechtsom met de klok meedraait.


In de Grote Kerk van Veere was geen slinger meer te zien was.... Rechts: Kees Wijker in Middelburg. In zijn atelier was de slinger in onderdelen terug te vinden.

Volgens informatie op de website van Veere hing er in de Grote Kerk een slinger van Foucault, ontworpen door de kunstenaar Kees Wijker. Maar de slinger hing er niet. De kunstenaar vonden we tenslotte in Middelburg. In zijn atelier waren de onderdelen terug te vinden. Hij kon me vele goede adviezen geven! Het wordt tijd dat we zo'n slinger in de toren van Naarden ophangen.....




In 2017 missen we Tom en Emile...



-->

Sunday, January 6, 2013

Reis naar India, 1936 - "Ook zijn er nog theosofen." (Nescio, 1916)


In de zomer van 1936 bracht mijn grootvader zijn zoon Coen Woldringh naar Oostende. Vandaar zou Coen, toen 25 jaar oud en gesjeesd uit Utrecht, met de boot naar India varen. Mijn grootvader zou hem nooit meer terugzien.
India staat deze dagen niet in een goed daglicht na de groepsverkrachting van een studente in Dehli. Wat volgens Kishwar Desai (Indian Express, 3-1-2013) naar boven komt is een pathologische onvrede bij een bepaalde klasse van mannen; onvrede met de onafhankelijkheid die moderne vrouwen er ten toon spreiden.



  
Rukmini Devi gefotografeerd door Coen Woldringh in Adyar (India).

Een vrouw die ooit voor haar onafhankelijkheid moest vechten was de theosofe Rukmini Devi Arundale (1904-1986). Zij was de dochter van een bekende sanskriet-leraar en theosoof. Zij werd danseres, stichtte in 1936 een danspedagogische academie in Adyar en werd als lid van het Indiase parlement ooit voorgedragen voor het ambt van president.

Toen Coen bij de "Theosophical Society" in Adyar aankwam was daar behalve Rukmini Devi ook de theosofe Maria Montessori, die met haar zoon uit Italië was gevlucht voor Mussolini. Bij het uitbreken van WO-II werd de zoon als Italiaan geinterneerd, terwijl Montessori zelf op het terrein van de Theosofische Vereniging mocht blijven. Coen fotografeerde haar daar in een klas met 6 kinderen.


"I have a photo of Maria taking classes with six children in front of her. This is a photo Ct. Nachiappan gave me 10 years ago! The photo was taken by Conrad Woldringh, a Dutchman who came to Kalakshetra. He could sing Carnatic music, and was Nachiappan’s photographer-guru." (http://madrasmusings.com/Vol%2021%20No%202/maria-montessori-recalled.html)

 

Geheel links, Coen's cottage bij Besant Gardens in Adyar. Rechts, Coen met een onbekende.


We weten zo weinig over Coen (1911-1941), al zijn wel wat brieven bewaard gebleven. Daaruit spreekt zijn grote behoefte aan "spiritualiteit", zijn verlangen naar inzicht in de "mystiek van het hogere", zijn betrokkenheid met occultisme en astrologie. Hij kon pianospelen, zingen en tekenen. G.S. Arundale bedankt Coen in zijn boek "The Lotus Fire - a study in symbolic yoga" voor zijn illustraties. Hij voegt er aan toe: "The artistic production of much of Adyar's literary output is due to his genius."
Zou hij gelukkig zijn geweest, daar in dat Adyar? Hij stierf er op 30 jarige leeftijd toen hij vóór een voorstelling achter het toneel een electrische kabel vastpakte.

 

Bussum, 15 augustus 1960: bezoek van Rukmini Devi en Sankara aan mijn grootvader (rechts). De "indische jongen" links ben ik.


Ik heb vroeger wel geluisterd naar de verhalen van mijn grootvader over "de wijsheid die uit het Oosten komt", over zijn ervaring met "stille krachten" en over spirituele groei waar elk jongmensch naar hoort te streven. Ook ontging me niet hoe hij de naam van Rukmini Devi uitsprak: dan brak er op zijn meestal strak gehouden gelaat een sprankje emotie door. Maar wat ik ervan over heb gehouden is de scepsis over al die grote "inzichten".

Mijn beide zoons heb ik proberen te leren om eerder kleine vragen te stellen dan grote antwoorden te accepteren. Heb ik hen de kans ontnomen om in spiritualiteit troost te vinden zoals Coen gedaan heeft?
Dat we voorzichtig moeten zijn met scepsis, maar ook spiritualiteit en religie niet al te serieus moeten nemen kunnen we leren van Nescio. In "De Verliefdheid", geschreven in maart 1919, schrijft hij over Ko van der Wielen, "... een gevoelig man, hij was zelfs een verliefd man, maar boven alles was hij scepticus. (....) Een mensch kan toch maar niet wezen wattie wil."
En in "'t Getal van het Beest", geschreven rond 1916 in de tijd van Titaantjes, eindigt hij: "De geleerde en scherpzinnige criticus leeft nog en kent nu alle schilderijen van het Rijksmuseum uit z'n hoofd en nog vele andere schilderijen en zijn technische kennis is zeer groot.
Ook zijn er nog theosofen."