(english follows
dutch: "Traveling towards WW-II")
Vele malen heeft mijn vader mij
later verteld hoe hij erbij was geweest: bij de eerste redevoering van Hitler
als nieuwe Rijkskanselier in het Sportpalast in Berlijn (10 februari 1933). Hij
moet er de argumenten van de brullende man hebben gehoord en de
"begeisterung" van de miljoenen toehoorders hebben meegevoeld.
Hans Keilson, de psychoanalyticus en jood die de
holocaust in Nederland overleefde, schreef over zo'n toespraak: "Een
kleine, onaanzienlijke man, gegrepen door iets wat sterker was dan hijzelf,
praatte alsof hij bezig was zichzelf te wurgen." (Der Tod des
Widersachers; 2009 Nederlandse vertaling, Uitgeverij van Gennep).
10 februari 1933, toespraak Hitler in het Sportpalast te Berlijn.
1933, in dit jaar verliet Japan de
Volkenbond en werd Soekarno naar Endeh op Flores verbannen. In dit jaar trouwde
mijn vader met een Zwitsers meisje, Nelly Marchand, in een klein dorpje aan de
Bielersee. Zij reisden vervolgens met de trein naar Napels en vandaar op 15
september met de boot "Poelau Bras" naar Nederlands Indië.
Al vanaf de boot begint zij brieven
te schrijven naar haar ouders. In totaal zo'n 300 brieven gedateerd tot
februari 1942. Daarna ging zij het Japanse concentratiekamp in. Deze in het
frans geschreven brieven zijn na de oorlog teruggevonden in het ouderlijke huis
"Le Chalet". Ze zijn in 2014 en '15 door Catherine Marchand uitgetypt.
Catherine Marchand schrijft de ~300 brieven van haar Tante over
in haar huis te Biel/Bienne (Zwitserland).
De brieven worden door
haar "ge-Post" op haar blog:
"Java 1933: un blog posthume"
"Ce blog est la transcription
des lettres hebdomadaires d'une jeune femme, Nelly, vivant à Java avec son
mari, envoyées à sa famille en Suisse. A l'époque elle a écrit cette
correspondance sur une machine à écrire portative Hermes, reçue en cadeau de
mariage avant leur départ pour les Indes Néerlandaises. Ces lettres
s'échelonnent de septembre 1933 à février 1942."
Nelly schrijft hoe de bedienden
(djongos) geen hollands kunnen of willen spreken. Ze kan niettemin met hen
lachen, ze vindt ze heel aardig, is al gauw niet meer bang voor ze en stelt
zich voor dat ze hen straks in haar huis goed opdrachten zal kunnen geven.
Van
"De vrienden van Sama Sebo": Semua orang yang ingin untuk berlayar ke Indië harus berbicara
Bahasa (Al die willen naar Indië varen
moeten wel de taal gaan leren). Zou
ze op de boot ook zo'n handleiding voor "Bahasa Indonesia" gekregen
hebben?
Op 1 oktober 1933 passeren ze vlak bij Sabang, een
eiland aan de noordpunt van Sumatra, een Hollands passagierschip op de
terugweg. Zoals het de gewoonte is passeren de twee schepen elkaar op korte
afstand zodat men elkaar kan toewuiven. Zij vraagt zich af wanneer het hún
beurt zal zijn om huiswaarts te keren. Het is een vraag die alle passagiers
bezig houdt en ook mijn vader schrijft in zijn eerste brief: "Vaak hebben
we aan thuis teruggedacht, ... vooral toen we op heel korten afstand een Lloyd
boot, de Kota Topan, passeerden, die zich op de thuisreis bevond. Vanzelf komt
dan de vraag in je naar boven: wanneer zullen wij eens aan de beurt zijn om de
thuisreis te aanvaarden en de onzen op te zoeken....en, wat wacht ons nog
alles?"
Brief van vader geschreven op papier van de NV Stoomvaart Maatschappij
Nederland: "....wat wacht ons nog alles?"
Travelling towards WW-II
Many times my father had told me later how he had
been there: in the Sportpalast in Berlin when Hitler gave his first speech as
new Chancellor (February 10, 1933). He must have heard the arguments of the
roaring man and must have felt the "begeisterung" in the millions of
listeners.
Hans Keilson, the psychoanalyst and jew who
survived the Holocaust in the Netherlands, wrote about such a speech: "A
small, insignificant man, gripped by something stronger than himself, talked as
if he was trying to strangle himself." (Der Tod des Widersachers; 2009
Dutch translation, Publisher van Gennep).
1933, Japan left the League of Nations. This year,
my father married a Swiss girl, Nelly Marchand, in a small village on Lake
Biel. They then traveled by train to Naples and from there sailed on 15
September with the Poelau Bras to the Dutch East Indies.
Right from the boat she begins to write letters to
her parents. In total some 300 letters dated to February 1942. Then she went
into a Japanese concentration camp. This french-written letters were found
after the war in the parental home "Chalet". They are transcribed in
2014 and '15 by Catherine Marchand.
The letters are being
posted on her blog: :
"Java
1933: un blog posthume"
http://java1933.blogspot.nl/
"Ce blog est la transcription
des lettres hebdomadaires d'une jeune femme, Nelly, vivant à Java avec son
mari, envoyées à sa famille en Suisse. A l'époque elle a écrit cette
correspondance sur une machine à écrire portative Hermes, reçue en cadeau de
mariage avant leur départ pour les Indes Néerlandaises. Ces lettres
s'échelonnent de septembre 1933 à février 1942."
Nelly writes how the servants (djongos) are not
able or willing to speak dutch. She can nevertheless laugh with them, she finds
them very nice, is soon no longer afraid of them and imagines that she will
soon be able to give them good orders in her house.
On October 1, 1933 they pass near Sabang, an island
on the northern tip of Sumatra, a Dutch passenger ship on the way back. As is customary,
the two ships pass each other at a short distance so that people can wave at
each other. She wonders when it will be their turn to return home. It is a
question that occupies all passengers and also my father states in his first
letter: "We often thought back to home ... especially when we passed on a
very short distance a Lloyd ship, the Kota Topan, that was on its homeward
course. Then comes the question: When will it be our turn to take the journey
home and visit our families.... and what all awaits us? "
Nelly on board of the Poelau Bras.