-->
(english text
without pictures follows dutch)
Ruim een week voor
we naar Suriname vertrokken (op 27 november 2018), vertelde ik tijdens de
koffie na het roeien, dat de Sint ook al in Paramaribo was gearriveerd. Hij
werd daar door Pieten-zonder-oorbellen begeleid, net als bij ons. "Gelukkig",
verzuchtte mijn reisgenoot, "dan hoeven we daar tenminste geen Zwarte-Piet-discussie
te voeren". Maar hij begreep wel dat dat er niet in zat.
Met Dennis, voor de
vijfde keer onze gastheer in Suriname, ben ik de discussie op facebook al
begonnen. Hij schreef op 22 november: "Het
wordt elk jaar een beetje grimmiger met het hele Sinterklaas-gedoe bij jullie.
Bij ons in Suriname hebben we er geen last van. Is het zinnig om vast te houden
aan stomme tradities die nog meer verdeeldheid zaaien? Hoe zal het blanke deel
in Europa zich proberen te handhaven de komende jaren wanneer de kleurlingen
steeds meer groeien in aantallen? Zullen er zich weer Hitlerachtige taferelen
voordoen in het Europa 30 tot 50 jaar van nu?"
(1) De keurige, witte D66-er in gesprek met Sylvana
Simons.
Ik antwoordde hem met een foto van
een keurige, witte D-66-er, die Sylvana Simons uitlegt dat het "heel goed
is om racisme te adresseren", maar..... je moet het alleen niet zo
noemen.... Tevergeefs probeert Sylvana hem uit te leggen dat de toon waarop hij
dit zegt er een is van iemand die uit de hoogte betuttelt en die niet in staat is te
accepteren dat de ander de pijn voelt van er-niet-bij-te-horen. Een pijn die in
haar geval verbonden is met de "ongemakkelijkheid" van het
slavernijverleden.
Dankzij die grimmige botsingen
tussen gediscrimineerde kleurlingen en de oorspronkelijke witte bevolking, die
bang is voor elke verandering, wordt er tenminste over die veranderingen en
angsten gepraat. Zie ook
het artikel in de Volkskrant.
Hoe vaker en heftiger de botsingen zijn, hoe meer er over gepraat wordt, des te
kleiner de kans op weer zo'n explosie als ten tijde van Hitler. We gaan het
zien hoe jullie dat in Suriname doen!
Op 27 november vlogen we naar
Suriname. We waren net in de aankomsthal van Johan Adolf Pengel Airport toen
een warme regen zich over Zanderij uitstortte. De "Kleine regentijd"
was begonnen. Wat was het leuk onze gastheer Dennis na 6 jaar terug te zien,
samen met huisvriend en jager Stanley! We rijden weer langzaam over de
Palissadeweg met diepe waterkuilen naar "Camp David". Ongemakkelijk
heen-en-weer schuddend lijkt de tocht langer dan in mijn herinnering. In het
pikkedonker komen we aan op het verlichte basiskamp: ongeduldig roept Dennis
zijn beheerder, de opvolger van Doleh.
Er is wel wat veranderd in dit
basiskamp: Dennis z'n nieuwe huis pronkt nu op balken over de visvijver; daar
slapen "de dames", CB en SM. Chris, Hilbert, Dennis en ik slapen in
het oude huis boven de schietbaan. Er zijn nieuwe buren: de één houdt slangen
voor de export, de ander duizenden kippen voor de eieren. We praten over
cannabis (white widow etc.) en Bouterse en Trump en over Sinterklaas, Dat feest
heeft Dennis nooit met zijn kinderen gevierd!
De volgende dag beginnen om 3 uur eerst
de hanen te kraaien in een eentonig, klagelijk koor; vervolgens beginnen de
kippen te kakelen. Hebben ze hun eerste ei gelegd? Om 6 uur wordt het oranje
neonlicht van de stallen verdrongen door de ochtendschemering. Ik word wakker
met de zang van de Spotlijster (Daguka fowru) en het Winterkoninkje (Godofowru
of Gods vogeltje). Later zien we 2 Toucans, de Blauwe Trogon, de Banabeki en
dan, eindelijk, de Grietjebie, die ons de hele verdere vakantie zal blijven
vergezellen. Trots toont Dennis ons zijn in augustus 2017 geplante Kankantri
(Kapokboom, een Malvacae - Kaasjeskruidfamilie), die hem nu vér boven het hoofd
was gegroeid.
(2) Hoofdgebouw
van ons basiskamp "Camp David", gezien vanaf de Palissadeweg.
Erachter - niet te zien - het zwembad en drie woongebouwen op palen.
Onder-links: De in augustus 2017 geplante Kankantri is nu al ruim 3.5 m hoog!
Onder-rechts: Hilbert, Cocky B, Conrad, Dennis en Syarda M (foto Chris).
De volgende dag maken we beter kennis
met Rostelli Gill, de nieuwe, jonge beheerder. Dennis leert hem eieren met spek
te bakken. We ontbijten met zachte broodjes, suiker-koffie en sinnaasappels.
(3) Bij het
nieuwe huis van Dennis ontdekte Rostelli een paartje van de Blauwe Trogon.
Inset foto Cocky B. Rechts: Rostelli bezig met een tegel-decoratie. Onder:
Kijken naar de Grietjebie! Foto's van Cocky B.
's Middags bezoeken we Torarica,
waar Cocky B. een oude vriendin ontmoet, die we later zullen bezoeken. We
zitten te mijmeren op de Pier van Torarica en kijken naar de overkant van de Surinamerivier.
In de open bar hangen grote, holle bollen van hout in de wind te slingeren. Ze
hangen aan kettingen van verschillende lengtes en hebben ieder dus hun eigen
slinger-periode. Het is kunst uit Taiwan (ik vergeet er een foto van te maken),
die me eraan herinnert dat ik in Paramaribo nog de één-seconde slinger van La
Condamine wil laten slingeren.
(4) Op de pier
van hotel Torarica met Hilbert en Dennis, uitkijkend over de Surinamerivier
(foto Chris D.).
Op vrijdag 30 november rijdt
Dennis ons langs het eenzame en bewaakte huis van Bouterse naar Leonsberg, waar
we de boot nemen naar de plantage Alliance. Onderweg zien we grijze dolfijnen
naast de boot opduiken. We varen door naar de oude plantage Reynsdorp, nu door
Marsha Mormon en Bas Spek omgetoverd tot de prachtige lodge "Bakkie",
waar we zullen blijven slapen. 's Avonds vertelt Bas ons in zijn museum over de
gruwelen van de slavernij aan de hand van het boek van Stedman. Deze Schots-Nederlandse
officier kwam in 1772 in Suriname aan en vocht daar tegen weggelopen slaven, de
zgn. Marrons. In zijn Narrative of a Five
Years Expedition against the Revolted Negroes of Surinam dat in 1796
uitkwam, beschreef en illustreerde hij de mishandelingen waaraan slaven blootstonden.
Het werd een bekend en invloedrijk boek.
Hoe moet je deze gruwelverhalen
aanhoren? Hoe zou ik ze aanhoren als ik afstammeling was van een
tot-slaaf-gemaakte zoals Marsha, die zich moet realiseren dat haar voorouders
als honden werden behandeld? Maar mijn gedachten dwaalden af naar de ijzeren
kogels die door Bas Spek gevonden waren bij het uitbaggeren van een kreek naar
zee. Zo'n kogel zou ik goed kunnen gebruiken voor een één-seconde slinger,
waarmee La Condamine in 1744 in Cayenne en misschien ook in Paramaribo, de
zwaartekracht had gemeten. Daarover later meer.
(5) Links, het
museum op Plantage Bakkie (Reynsdorp), dat met boeken, kaarten, prenten en
voorwerpen informatie geeft over de slavernij-geschiedenis van Suriname.
Rechts: aan de ontbijttafel, met op de achtergrond een van de huisjes waar we
sliepen.
De volgende dag, zaterdag 1
december 2018, maken we een boottocht door het Matapica kanaal naar zee, waarna
we terugvaren door de Warappa kreek. Onderweg ontmoetten we Guyanese vissers.
Onze bootsman, Radj, kent sommigen van hen en kent hun taal. Ze lachen ons
vriendelijk toe. Zouden ze
betrokken zijn geweest bij de moordpartijen eerder dit jaar?
(6) Links, een Guyanese
vissersboot komt ons tegemoet in de smalle Matapica-kreek. Rechts, oude
machines op de afgebroken plantage van Bent's Hoop aan de Warappa-kreek.
Op de terugweg door de
Warappa-kreek komen we langs de oude (suiker?) plantage van Bent's Hoop. Zouden
dit de maalmachines zijn waar een machete hing om een hand af te hakken wanneer
deze tussen de tandwielen terecht was gekomen?
In zijn studie getiteld "Voltaire, Stedman and Suriname slavery"
(1992) vraagt Gert Oostindie zich af hoe Voltaire (François-Marie
Arouet,1694–1778) aan zijn informatie over Suriname kwam. Voltaire was in 1757
begonnen met het schrijven van zijn satire "Candide ou l'optimisme", waarin hij de filosofie van Leibniz
op de hak neemt als zou deze wereld de beste zijn van alle mogelijke werelden
("Tout est por le mieux dans les
meilleures des mondes."). Voltaire heeft de ontmoeting van Candide met
een Surinaamse slaaf, van wie een hand en been is afgehakt, pas in een laatste
versie aan zijn verhaal toegevoegd.
Op zijn reis had La Condamine zelf
een of twee slaven. Hij schrijft niet over hoe hij ze behandelde. Het lijkt
mogelijk dat La Condamine bij zijn terugkomst in Parijs begin 1745, zijn goede
vriend Voltaire verteld heeft over de behandeling van slaven in Suriname.
(7) Ontmoeting
van Candide met een Surinaamse slaaf, van wie een hand en been zijn afgehakt.
Uit: https://bukubooks.wordpress.com/2014/08/13/voltaire/
Op 3 december 2018 gaat de wekker
af om 2u15, nog vóór de hanen beginnen te kraaien. We zouden vroeg op pad gaan
voor onze tocht naar de Boven-Saramaccarivier. Maar eerst worden we verrast
door een onder de stoelen slapende "Roodstaart tapijtslang" (Boa constrictor), die door onze inmiddels
gearriveerde gids, Julio de Rooy, vakkundig wordt opgepakt en gedemonstreerd!
Al met al vertrekken we pas om 4 uur 's ochtends. Rostelli zal de wurgslang
naar de buren brengen.....
(8) De wurgslang
(Boa constrictor) vakkundig door onze gids Julio opgepakt.
In de ochtendschemering passeren we een politiepost tegen Braziliaanse "illegalen". We horen - feest van herkenning - onze eerste Piha! Rijdend over de nu verharde weg komen we al om kwart voor 6 aan in Pokigron. Over een onverharde, bronskleurige laterietweg rijden we vervolgens door prachtige bossen naar Boslanti waar we om half 10 aankomen. Julio koopt een pasgevangen Anjumara, die in een rokerig hutje wordt bereid en gebraden: dat is onze lunch.
We moeten wachten want onze boot
is er nog niet. We kijken toe hoe de korjalen van vissers worden leeggehaald:
diepvries-boxen zonder motor, gevuld met ijs en vissen en onthoofde apen.
Allemaal voor de verkoop in Paramaribo. Een kleine vrouw ziet toe hoe alles
overgebracht wordt naar een andere ijsbox die bovenop een busje wordt gehesen,
topzwaar. Zij blijkt de baas te zijn!
(9) De
lateriet-weg naar Boslanti. Angela met haar kind komt ons vriendelijk en
nieuwsgierig begroeten. De bazin inspecteert de vangst. Onder: We kunnen
eindelijk vertrekken.
De twee korjalen worden
klaargemaakt en geladen met onze spullen door onze 4 Matawai-begeleiders die
Julio georganiseerd heeft. De Matawai of Matuariers behoren tot de derde stam
van bosland-creolen, na de Saramaccanen en Aucaners; ze wonen in een paar dorpjes
in Boven-Saramacca: Onze twee
boot-motoristen zijn Graciello Gadden (baas) en Jonathan Garden. Verder zijn
daar de beroepsvisser ("Fisman") Tjakui Peria en de bedrijvige
Gullermo Emanuel die nu in Paramaribo woont. Nadat Hilbert mee is gegaan om de
Basha te begroeten, gaan we eindelijk om half 2 de rivier op. Waar gaan we naar
toe? Waarvoor
doe je dit?
(10) Op ondiepe
plekken probeert "Fisman" tevergeefs een Anumara te schieten (later
vangt hij er een met een net). Links-onder: de weg is versperd. Rechts-onder:
ons kamp met uitzicht op de Sula Laway.
We worden begeleid door talloze Ijsvogels (Groene Ijsvogel; Chloroceryle americana) voor een korte afstand, want ze laten zich telkens inhalen door de snelle korjaal van Graciello. Verder jaagt de boot regelmatig vleermuizen op en Witbuik zwaluwen. Boven ons valt een roofvogel een groep piepende aapjes aan. De rivier vernauwt zich. De bomen lijken soms boven op je te vallen, totdat er een boom echt de weg verspert. In een kwartier wordt die vakkundig doorgehakt. Als de langzame korjaal van Jonathan met alle bagage ons bereikt gaan we weer verder. Een korte, fikse regenbui maakt alles nat. Een Zilverreiger lijkt op een tak te blijven zitten tot we er vlakbij zijn. Graciello heeft een kaaiman gespot. Als deze ziet dat we terugvaren rent hij naar de kant en plonst van de hoge wal in het water. We zitten op ruwe lage plankjes in de korjaal zonder ruggesteun. Hier en daar sijpelt het water naar binnen. Grote vallen, sula's, zoals in de Corantijn zijn er niet, maar regelmatig schuurt de boot over het zand. Voorin waarschuwt Fisman met een teken en Graciello trekt dan de motor omhoog. Af en toe horen we twee krijsende Ara's en regelmatig de Piha! Het wordt al donker. Ver weg horen we brulapen. Dan komen we aan op onze kampplaats voor de Laway-vallen. In een mum van tijd worden zeilen en hangmatten opgehangen. Jonathan schiet achter in het bos een Powisi; Gullermo maakt hem schoon, snijdt hem in stukken die aan houten twijgen worden geregen en boven het kampvuur worden geroosterd: ons avondeten.
Op 4 december, bij het eerste
licht, word ik gewekt door een zachte maar doordringende roep vanaf de
overkant. Daar zitten vissers, dorpsgenoten. De roep wordt meteen beantwoord
door een van de onzen. Je hoort nog geen vogels. Vér weg, onmiskenbaar de roep
van baboons. Er is geen mist; wél de rook van een vuurtje aan de overkant.
Jonathan en later Graciello beginnen hun boten leeg te hozen. Voor dit uitzicht
vanuit mijn hangmat over ons strandje, over het water, met het geluid van de
sula verderop, dáárvoor doe je dit.....
(11) Ons kamp
aan het strandje onder de Sula. Gullermo maakt de geschoten Powisi schoon en
Julio demonstreert de niet-giftige Groene Boomslang. Losgelaten in het bos vind
ik haar met moeite terug....
Op zijn website noemt Julio het
een "Surinaamse Jungle Xperience". Maar het was ook een belevenis om
op Sinterklaas-avond, 5 december, samen met Julio, Gullermo en Dennis bij het
kampvuur te praten over discriminatie: de een voelt het vaak en sterk (Julio
o.a. in Amsterdam), de ander heeft het nooit gevoeld; het roken van een joint
(White widow) zal daarbij zeker geholpen hebben. Bij mij heeft het vuur de
woorden die we verder spraken uit mijn herinnering gewist.
(12) Op 4
december slepen we de kleine korjaal over de rotsen van de Sula naar boven (wel
wat zwaarder dan een C-vier op de Naardense Roei). De volgende dag zullen we er
verder mee stroomopwaarts varen. Rechts: bovenaan de Sula, klus geklaard: daarna
konden we een verkwikkend bad nemen in de poelen aldaar.
(13) 5 December
2018. Boven: van links naar rechts de gasten Conrad, Hilbert, Dennis (gastheer)
en Chris. Vervolgens de begeleiders Gullermo (kok), Julio de Rooy (gids),
Fisman Tjakui Peria, Jonathan (motorist kleine korjaal) en Graciello (motorist
grote korjaal). Onder: Fisman maakt de door hem gevangen Anjumara (Hoplias aimara) schoon. Chris en Fisman in een
kajak op jacht - ze zien een "stroomvis" (sidderaal)!; op de kaart zijn we dicht bij de Tafelberg,
maar die is niet te zien! Julio wijst op een kaaiman.
(14) 6 December
2018. Links: de keuken van Gullermo die verplaatst moest worden vanwege mieren.
Rechts: op de foto met een enge, witte man in PoesoeGroenoe.
(15) 7 en 8
December: rustdagen. Boven: we eten pindasoep in het huis van Cindy en Dennis
en ontmoeten Alicia met twee van haar dochters. Onder links: op bezoek bij
Marie M. en rechts op bezoek bij de Schietvereniging van Dennis.
Op 7 december bezoeken we in het
Surinaamse Groningen Marie M., de weduwe van Ramon, in het huis van zijn broer
Radjigoen. Hij is 80 jaar en kan bijna niet meer horen. Tijdens mijn bezoek aan
Dordrecht vertelde Ramon mij over hem. Zie een eerder blog: "Bezoek aan
Dordrecht: tussen Groningen (Suriname) en Kebumen (Indonesië)". Ik heb hem
helaas niet ontmoet. Marie vertelde me uitgebreid over Ramon en zijn begrafenis
hier in het Surinaamse Groningen.
Op 9 december vertrekken we met z'n
allen én met Frank T. en Stanley K. naar Apoera via de "weg naar de
West", net als in 2005. De weg is verbeterd en we doen het nu binnen de 10 uur! We slapen
weer, net als 13 jaar geleden bij vrienden van Stanley, Carolus en Irene
Biswane. Ze wonen nu in een ander
huis in de wijk "Het Plan". Beiden zijn Arowakken.
Op 10 december maken we een tocht
naar de Kaburi-kreek, waar ik eindelijk de Hoatzin hoop te zien. In Washabo,
waar we ook 6 jaar geleden waren, neemt Jack de korjaal over. We varen langs de
oever van de Corantijn, begroeid met "moco-moco" (Montrichardia arborescens;
aronskelk-familie), hoofdvoedsel van de Hoatzin. Het duurt niet lang of Jack
heeft een paar van deze "Crazy Anna's" gespot. We zien ze, maar ik
kon ze niet digitaal vastleggen....Hogerop in de kreek zien we Reuzenotters (Pteronura brasiliensis) en Ijsvogels;
verder weinig andere vogels. Na zo'n 8 km zijn we teruggegaan naar de monding,
waar Frank tevergeefs probeerde een vis te vangen....
Uit "A survey of Kaburi
Creek, West Suriname, and its conservation implications", by N. Duplaix,
M. Lingaard and C. Sakimin (2001. The Ocean Society, Fort Mason Center, San
Francisco, Ca 94123, USA):
" The approach of Kaburi Creek along the Corantyne river bypassing
Kaburi island has not changed. The island is still covered by swamp forest and
high trees. There is no sign of regular boat access or of paths being cut into
the thick curtain of Arum lilies or Mokomoko (Montrichardia arborescens).
Hoatzins (Opisthocomus hoatzin), an unusual bird not seen elsewhere in Suriname,
are present here.
The bridge at the entrance to Kaburi Creek, built in 1977, has
disappeared with only a few wood supports remaining. There is a wide area of
cleared bank here that occurred when the road was built."
(16) 10 December
2018. De Hoatzin ("Crazy Anna") hebben we gezien maar niet kunnen
vastlegge. Inset boven: Kaart uit het verslag van Koen Alefs (Master thesis
"De Bosmeesters", 2005). Rechts onder: Carolus Biswane op zijn nieuwe
land.
(17) Na 13 jaar
zijn we weer op de Bailey-brug, waar we toen gekampeerd hebben (zie hieronder).
Ik mag een vreugde-schot lossen en raak de slanke Papaya-boom. Volgens Dennis
heb ik de boom doodgeschoten.... Rechts: Stanley helpt me de aan lange draden
hangende Walaba-peulen los te snijden.
(18) Uit het verslag
van onze eerste Suriname tour in 2005.
Op 11 december vertrekken we naar
het Wanawiro Nature Park aan de Kabalebo-rivier. Onderweg passeren we de
bailey-brug waar we in 2005 gekampeerd hebben. Ik mag er een
"vreugdeschot" met Dennis' pistool afvuren ter herinnering van zijn
schot-in-de-nacht die een bull-frog het zwijgen oplegde.
Bij aankomst op het park is er
niemand. Dennis lost een pistoolschot. Stanley loopt met zijn jachtgeweer naar
beneden, naar de oever, waar ik het schot over het water mag lossen. Wat een
klap! Daarmee schieten ze dus al die apen uit de bomen....Even later komt een
kleine korjaal die ons met moeite naar het stroomopwaarts gelegen eiland-kamp
brengt. Daar worden we verwelkomd door Mr. Bingi en zijn vrouw Rita.
Op dit eiland vallen direkt de
vele, dikke lianen op, die de gekste kronkels maken. Dat zou erop kunnen wijzen
dat dit bos vroeger ooit eens ontgonnen is geweest (H.J.W.Wijsman, verslag
Suriname, 1977). Tussen boomwortels vind ik een opvallend ronde steen: ik
vertel dat hij echter te zwaar is om voor de slinger te gebruiken. Wie schetst
mijn verbazing als 's avonds onze hindoestaanse chauffeur, Sergio Siinanan, van
het vissen terugkomt en zonder woorden een kleinere, ronde steen op tafel legt!
Deze is perfect voor de slinger (zie onder). Ik heb hem later bij het afscheid
ervoor bedankt met 100 SRD (€12.=).
Op 12 december maken we een
boswandeling met Mr. Bingi (R. Seenanan). 's Avonds vroeg ik hem of de naam
Koen Alefs hem iets zei. Ik had het gister ook aan al Jack gevraagd met wie we
de Kaburikreek zijn ingevaren. Nee, die naam zei hem niets.... Hij sprak het
nog eens uit: "Koen Alefs?", OH! JA, natuurlijk! Die had een half
jaar bij hem thuis gewoond! Zijn vrouw en hij waren als ouders voor hem
geweest. Maar hij had het contact verloren.... net als ik. Hij leefde helemaal
op; ik liet hem het verslag "De Bosmeesters" van Koen Alefs zien met
foto's: hij kende iedereen; ook zijn vrouw stond op een foto!
(19) "Lianen"
vormen geen taxonomische eenheid: het kan van alles zijn, zoals klimplanten als
druif, hop of kamperfoelie. Sommige maken ook luchtwortels. Een bekende liaan
is Chondondendron tomentosum, die het curare-gif verschaft. Rechts-onder: Frank
en Stanley bakken gekookte eieren, een hindustaans gerecht. Later zien we in deze
keuken een op eieren beluste Awari (buidelrat of opossum; Didelphis
marsupialis) over de balken sluipen....
(20) Boswandeling
met Mr. Bingi. Rechts boven: Plotseling herinnerde hij zich Koen Alefs
weer! Maar ik moest hem bekennen
dat ook ik het contact verloren was. Rechts: Met zijn vrouw Rita.
Op 13 december rijden we in ruim
12 uur via Apura terug naar Camp David. De volgende dag gaan we op bezoek bij
de architect Philip D. We demonstreren hem de één-seconde slinger, die hier bij
de evenaar een iets langere slingertijd heeft (~1%) dan op de pool. Hij is
kritisch en gelooft niet dat het slingeren met deze Kabalebo-steen voldoende
nauwkeurig kan worden gemeten om een verschil met de slingertijd op de breedtegraad van Naarden aan te tonen.
Hij heeft waarschijnlijk gelijk, maar ik ga er tóch mee aan de gang. Ik vertel
hem, net als 6 jaar geleden, van het bezoek van La Condamine aan Paramaribo. We
spreken af dat ik hem gauw een voorstel voor een artikel zal sturen en dat we
die samen gaan schrijven.
Op 15 december 2018 beginnen we al
vroeg aan onze laatste tocht naar Bigi Pan bij Nieuw Nickerie. Anders dan 6
jaar geleden zien we er nu Rode Ibissen, Flamingo's en vele roofvogels. We ontmoeten
er twee leuke stageaires en ook de advokaten Milton C. en Bert A,. Eindelijk
laat ik me door Dennis verleiden wat van zijn White widow te inhaleren. De
anderen komen terug van een nachtelijke boottocht op zoek naar kaaimannen en
slangen. Liggend in een hangmat op het terras boven het water praat ik met
Milton en Dennis over de rechtszaak Bouterse, over discriminatie en slaverij.
Ik merk dat ik al wiegend in de hangmat niet meer uit mijn woorden kom; heb ik
de kans gemist om in het decor van de Surinaamse rimboe over "Zwarte
Piet" te praten?
(21) Tocht naar
Bigi Pan op 15 december 2018. Links boven: Dennis kijkt met enige vissers uit
over de Beneden Saramacca rivier. Rechts boven: Ons resort-op-palen in Bigi
Pan. Links onder: de Rode Ibissen gaan op stok. Rechts: Flamingo's.
In het huis van Dennis, onder het
vrolijke gekrijs van zijn kleindochters, praat ik met Frank over
herstelbetalingen voor de slavernij. Hij noemt me de namen van Armand Zunder en Antoin Deul (oud-directeur NINsee, Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis), waar ik nog nooit van gehoord heb. Dennis laat me op youtube lessen in Cannabis van Raphael Meshoulam zien en de comedian George
Carlin. Het is een wirwar van verwijten, ideeën en grappen. In Naarden kijk ik
later met mijn twee zoons naar de youtube-filmpjes van Dennis. Als hij straks naar
Holland komt zal ik hem een filmpje van Hans Teeuwen laten zien over Sylvana Simons, die "zijn complete wereldbeeld" heeft doen veranderen....
Op 17 december, terug op Camp
David, ga ik maar aan de gang met de 1seconde-slinger. Dat is veel gemakkelijker dan
die "Zwarte Piet"-discussie! De grote Kabalebo-steen wordt door
Rostelli beschilderd met "herinnering aan het bezoek van La Condamine aan
Paramaribo in 1744". De kleine steen hangen we op aan een visdraad die
ongeveer 1 m lang is: ik meet een slingertijd van 1.012 seconde. Steen met
draad en het ophanghaakje neem ik mee naar Naarden om er met dezelfde
opstelling opnieuw de slingertijd te meten. Uitkomst (met dank aan statisticus
NG): als alles op een hoop wordt gegooid is er geen significant verschil, zoals
Philip D. al voorspelde....Als één Surinaamse meet-set wordt weggelaten - maar
dat mag niet - is de slingertijd in Suriname iets langer....
(22) Boven:
kritisch kijkt Philip D. naar de één-seconde slinger. Daarnaast: Rostelli
beschildert de grote Kabalebo-steen: "Ter herinnering aan de één-seconde
slinger van La Condamine, Paramaribo, 28 augustus 1744." De slinger is ongeveer 1.01 m lang, de
slingertijd is 1.01 seconde.... Onder: Conrad, Hilbert, Dennis, Syarda, Cocky
en Chris: we nemen afscheid van Dennis, dankbaar voor alles wat hij voor ons
gedaan heeft!
------------------------------------------------------------------------------------------
Filmpje van de slingerende, kleine Kabalebo-steen.
Resultaten van de slingertijd (~1 seconde) moeten nog vergeleken worden met die van eenzelfde filmpje gemaakt in Naarden.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Filmpje van de slingerende, kleine Kabalebo-steen.
Resultaten van de slingertijd (~1 seconde) moeten nog vergeleken worden met die van eenzelfde filmpje gemaakt in Naarden.
-->
"Black Pete" and a pendulum in
the Surinamese jungle
Translated
with the help of: www.DeepL.com/Translator
More than a week
before we left for Suriname (on November 27, 2018), I told during the coffee break
after rowing, that the Saint had already arrived in Paramaribo. He was
accompanied there by Petes-without -arrings, just like with us.
"Fortunately", my travel companion sighed, "then at least we
don't have to discuss Black pete overthere". But he understood very well that
that would not be the case.
With Dennis, our
host in Suriname for the fifth time, I have already started the discussion on
facebook. He wrote on November 22nd: "It
gets a bit grim every year with the whole St Nicholas affair with you. With us
in Suriname we do not suffer from it. Does it make sense to stick to stupid
traditions that sow even more division? How will the white part in Europe try
to maintain itself in the coming years when the colored people grow more and
more in numbers? Will there be Hitler-like scenes again in the Europe of 30-50
years from now?"
Picture1. The neat, white D66er in
conversation with Sylvana Simons.
I answered him with
a picture of a neat, white member of the political party "D-66", who
explains to Sylvana Simons that "it is very good to address racism",
but...... you just shouldn't call it that..... In vain Sylvana tries to explain
to him that the tone in which he says this is one of someone who patronizes and
who is unable to accept that the other person feels the pain of not belonging
to the society. A pain that in her case is linked to the
"uncomfortability" of the history of slavery.
Thanks to those
grim collisions between discriminated colored people and the original white
population, who are afraid of any change, those changes and fears are discussed
at least. See also the article in the newspaper "Volkskrant". The
more frequent and violent the collisions are, the more people talk about them,
the smaller the chance of another explosion like Hitler's. We will see how you
do that in Suriname!
On November 27th we
flew to Suriname. We were just in the arrival hall of Johan Adolf Pengel
Airport when a warm rain poured out over Zanderij. The "Little rainy
season" had begun. How nice it was to see our host Dennis again after 6
years, together with friend and hunter Stanley! We drive slowly again along the
Palissadeweg with deep water holes to "Camp David". Uncomfortably
shaking back and forth the trip seems longer than in my memory. In pitch
darkness we arrive at the enlightened base camp: impatiently Dennis calls his
manager, the successor of Doleh.
Some things have
changed in this base camp: Dennis' new house now shows off on beams over the
fishpond; there "the ladies", CB and SM will sleep. Chris, Hilbert,
Dennis and I will sleep in the old house above the shooting range. There are
new neighbours: one keeps snakes for export, the other thousands of hens for
the eggs. We talk about cannabis (white widow etc.) and Bouterse and Trump and
about Sinterklaas; Dennis never celebrated that feast with his children!
The next day at 3
o'clock the roosters start to crow in a monotonous, lamentable choir; then the
chickens start cackling. Have they laid their first egg? At 6 o'clock the
orange neon light of the stables is replaced by the morning twilight. I wake up
with the singing of the mockingbird (Daguka fowru) and the wren (Godofowru or
God's little bird). Later we see 2 Toucans, the Blue Trogon, the Banabeki and
then, finally, the Grietjebie, who will accompany us the rest of our holiday.
Dennis proudly shows us his Kankantri (Kapokboom, a Malvacae - Cheesewort
family), which was planted in August 2017, and which had now grown far above
his head.
Picture 2: Main building of our base camp "Camp David", seen
from the Palissadeweg. Behind - not to be seen - the swimming pool and three
residential buildings on stilts. Bottom left: The Kankantri, planted in August
2017, is already over 3.5 m high! Under-right: Hilbert, Cocky B, Conrad, Dennis
and Syarda M (photo Chris).
The next day we get
to know Rostelli Gill, the new, young manager. Dennis teaches him to bake eggs
with bacon. We have breakfast with soft sandwiches, sugar coffee and oranges.
Picture 3. At Dennis' new home Rostelli discovered a pair of the Blue Trogon. Right: Rostelli working on a tile decoration. Below: Looking at the "Grietjebie"-flycatcher (Photographs Cocky B.).
In the afternoon we
visit Torarica, where Cocky B meets an old friend, whom we will visit later. We
muse on the Pier of Torarica and look across the Suriname River. In the open
bar there are large, hollow balls of wood swinging in the wind. They hang from
chains of different lengths and thus have their own pendulum period. It is art
from Taiwan (I forgot to take a picture of it), which reminds me that I want
the one-second pendulum of La Condamine to swing in Paramaribo.
Picture 4. On the pier of hotel Torarica with Hilbert and Dennis, overlooking the Suriname River (photograph Chris D.).
On Friday November 30 Dennis drives us past the lonely and guarded house of president Bouterse to Leonsberg, where we take the boat to the plantation Alliance. On the way we see grey dolphins popping up near our boat. We continue to the old plantation Reynsdorp, now transformed by Marsha Mormon and Bas Spek into the beautiful lodge "Bakkie", where we will stay overnight. In the evening Bas tells us in his museum about the horrors of slavery on the basis of Stedman's book. This Scottish-Dutch officer arrived in Suriname in 1772 and fought against slaves who ran away, so-called Marrons. In his Narrative of a Five Years Expedition against the Revolted Negroes of Surinam, published in 1796, he described and illustrated the abuses to which slaves were subjected. It became a well-known and influential book.
How should you hear
these horror stories? How would I hear them if I was a descendant of an
enslaved like Marsha, who must realize that her ancestors were treated like
dogs? But my thoughts wandered to the iron bullets found by Bas Spek when
dredging a creek to the sea. I could use such a bullet for a one-second
pendulum, with which La Condamine had measured gravity in 1744 in Cayenne and
perhaps also in Paramaribo. More about that later.
Picture 5. Left: the museum at Plantage Bakkie (Reynsdorp), which provides information about the history of slavery in Suriname with books, maps, prints and objects. Right: at the breakfast table, with in the background one of the houses where we slept.
The next day,
Saturday 1 December 2018, we make a boat trip through the Matapica canal to the
sea, after which we sail back through the Warappa creek. On the way, we met
Guyanese fishermen. Our boatman, Radj, knows some of them and knows their
language. They laugh at us in a friendly way. Could they have been involved in the massacres earlier this
year?
Picture 6. On the left, a Guyanese fishing boat meets us in the narrow Matapica creek. Right, old machines on the demolished plantation of Bent's Hoop on the Warappa creek.
On the way back through the Warappa creek we pass the old (sugar?) plantation of Bent's Hoop. Would these be the grinding machines where a machete hung to cut off a hand when it had ended up between the gears?
In his study
entitled "Voltaire, Stedman and
Suriname slavery" (1992) Gert Oostindie wonders how Voltaire
(François-Marie Arouet, 1694-1778) got his information about Suriname. Voltaire
had started writing his satire "Candide
ou l'optimisme" in 1757, in which he takes on Leibniz's philosophy
that this world is the best of all possible worlds ("Tout est por le mieux dans les meilleures des mondes.").
Voltaire only added Candide's encounter with a Surinam slave, from whom a hand
and leg have been cut off, to his story in a final version.
On his journey La
Condamine himself had one or two slaves. He doesn't write about how he treated
them. It seems possible that La Condamine, when he returned to Paris in early
1745, told his good friend Voltaire about the treatment of slaves in Suriname.
Picture 7. Meeting of
Candide with a Surinam slave, from whom a hand and leg are cut off. From:
https://bukubooks.wordpress.com/2014/08/13/voltaire/
On 3 December 2018, the alarm clock goes off at 2.15 a.m., even before the cocks begin to crow. We would set out early for our trip to the Upper Saramacca River. But first we are surprised by a "Redtail carpet snake" (Boa constrictor) sleeping under the chairs, which is expertly picked up and demonstrated by our now arrived guide, Julio de Rooy! All in all we leave at 4 o'clock in the morning. Rostelli will take the snake to the neighbours......
Picture 8. The strangular snake (Boa constrictor) expertly picked up by
our guide Julio.
In the twilight of
the morning we pass a police station against Brazilian "illegal
immigrants". We hear - feast of recognition - our first Piha! Driving on
the now paved road we arrive in Pokigron at a quarter to 6. On an unpaved,
bronze-coloured laterite road we drive through beautiful forests to Boslanti
where we arrive at half past 10. Julio buys a freshly caught Anjumara fish, who
is prepared and roasted in a smoky hut: that's our lunch.
We have to wait
because our boat is not there yet. We watch how the dugouts (corlal) of
fishermen are emptied: freezer boxes without engines, filled with ice and fish
and beheaded monkeys. All for sale in Paramaribo. A small woman watches how
everything is transferred to another ice box that is lifted on top of a van,
top-heavy. She turns out to be the boss!
Picture 9. The
laterite-road to Boslanti. Angela and her child come to greet us in a friendly
and curious way. The boss inspects the catch. Below: We can finally leave.
The two corjals are prepared and loaded with our stuff by our 4 Matawai companions that Julio has organized. The Matawai or Matuariers belong to the third tribe of Marrons, after the Saramaccans and Aucaners; they live in a few villages in Upper Saramacca: Our two boat-motorists are Graciello Gadden (boss) and Jonathan Garden. Further there are the professional fisherman ("Fisman") Tjakui Peria and the busy Gullermo Emanuel, who now lives in Paramaribo. After Hilbert went along to greet the Basha (village chief), we finally enter the river at half past two. Where are we going? What for are you doing this?
Picture 10. In shallow places "Fisman" tries in vain to shoot an Anumara (later he catches one with a net). Bottom left: the road is blocked. Bottom right: our camp overlooking the Sula Laway.
We are accompanied by countless Kingfishers (Green Kingfisher; Chloroceryle americana) for a short distance, because they are always overtaken by the fast corjal of Graciello. Furthermore, the boat regularly chases bats and White-belly swallows. Above us a bird of prey attacks a group of squeaking monkeys. The river is narrowing. The trees sometimes seem to fall on top of you, until a tree really blocks our passage. In fifteen minutes the tree is professionally cut. When Jonathan's slow corjal arrives with all the luggage we continue. A short, heavy shower makes everything wet. A Whiteegret stays on a branch until we're near it. Graciello has spotted a caiman. When he sees us sailing back he runs to the edge and splashes from the high shore into the water. We sit on rough low planks in the corjal without back support. Here and there the water seeps in. There are no large rapids, like in the Corantine river, but the boat regularly scrapes over the river bottom. In the front Fisman warns with a sign and Graciello pulls up the engine. Once in a while we hear two screaming Macaws and regularly the Piha! It gets dark already. Far away we hear howler monkeys. Then we arrive at our camp site for the Laway cascade (sula). In no time sails and hammocks are hanged. Jonathan shoots a Powisi (forest chicken) in the forest behind the camp; Gullermo cleans it, cuts it into pieces that are strung on wooden twigs and roasted above the campfire: our dinner.
On December 4, at
the first light, I am awakened by a soft but penetrating call from the other
side. There are fishermen, fellow villagers. The call is immediately answered
by one of our own. You don't hear any birds yet. Far away, unmistakably the
call of howler monkeys. There is no fog; there is the smoke of a fire on the
other side. Jonathan and later Graciello start to empty their boats. For this
view from my hammock over our beach, over the water, with the sound of the sula
further on, that's why you do this......
Picture 11. Our camp on the beach under the Sula. Gullermo cleans the shot Powisi and Julio demonstrates the non-toxic Green Tree Snake. Released in the forest I find her with difficulty.....
On his website Julio calls it a "Surinam JungleXperience". But it was also an experience to talk about discrimination at the campfire with Julio, Gullermo and Dennis on Sinterklaas-night, 5 December: one person feels it often and strongly (Julio in Amsterdam among others), the other never felt it; smoking a joint (White widow) will certainly have helped. For me, the fire has erased the words we spoke from my memory.
Picture 12. On 4 December
we drag the small korjaal up the rocks of the Sula (a bit heavier than a C-four
on the Naardense Roei). The next day we will sail further upstream. Right: at
the top of the Sula, job done: after that we could take a refreshing bath in
the pools there.
Picture 13. 5 December 2018. Above: from left to right the guests
Conrad, Hilbert, Dennis (host) and Chris. Then the guides Gullermo (cook),
Julio de Rooy (guide), Fisman Tjakui Peria, Jonathan (motorist small corjal)
and Graciello (motorist big corjal). Below: Fisman cleans up the Anjumara
(Hoplias aimara) he caught. Chris and Fisman in a kayak on a yacht - they see a
"electric fish" (electric eel); on the map we are close to Table
Mountain, but it is not visible! Julio points to a caiman.
Picture 14. 6 December 2018. Left: the kitchen of Gullermo that had to
be moved because of ants. Right: on the picture with a scary, white man in
PussuGroenoe.
Picture 15. 7 and 8 December: days of rest. Above: we eat peanut soup in
the house of Cindy and Dennis and meet Alicia with two of her daughters. Below
left: visiting Marie M. and right: visiting the shooting club of Dennis.
On December 7 we visit Marie M., Ramon's widow, in the house of his brother Radjigoen in Groningen, Suriname. He is 80 years old and can hardly hear anymore. During my visit to Dordrecht Ramon told me about him. See an earlier blog: "Visit to Dordrecht: between Groningen (Suriname) and Kebumen (Indonesia)". Unfortunately I did not meet him. Marie told me extensively about Ramon and his funeral here in Groningen.
On December 9th we
leave together and with Frank T. and Stanley K. to Apoera via the "road to
the West". The road has been improved and we will do it now within 10
hours! We sleep again, just like 13 years ago with friends of Stanley, Carolus
and Irene Biswane. They now live
in another house in the district "Het Plan". Both are Arowaks.
On December 10th we
make a trip to the Kaburi creek, where I finally hope to see the Hoatzin. In
Washabo, where we were also 6 years ago, Jack takes over the corjal. We sail
along the banks of the Corantijn, covered with "moco-moco" (Montrichardia arborescens; arum family),
the main food of the Hoatzin. It doesn't take long before Jack has spotted some
of these "Crazy Anna's". We see them, but I couldn't capture them
digitally....Higher up in the creek we see Giant otters (Pteronura brasiliensis) and Kingfishers; few other birds. After
about 8 km we went back to the mouth of the creek, where Frank tried in vain to
catch a fish.....
From "A survey of Kaburi Creek, West Suriname, and
its conservation implications", by N. Duplaix, M. Lingaard and C.
Sakimin (the Ocean Society, Fort Mason Center, San Francisco, Ca 94123, USA):
"The approach of Kaburi Creek along
the Corantyne river bypassing Kaburi island has not changed. The island is
still covered by swamp forest and high trees. There is no sign of regular boat
access or of paths being cut into the thick curtain of Arum lilies or Mokomoko
(Montrichardia arborescens). Hoatzins (Opisthocomus hoatzin), an unusual bird
not seen elsewhere in Suriname, are present here.
The bridge at the entrance to Kaburi Creek,
built in 1977, has disappeared with only a few wood supports remaining. There
is a wide area of cleared bank here that occurred when the road was
built."
Picture 16. 10 December
2018. We saw the Hoatzin ("Crazy Anna") but were unable to record it.
Inset above: Map from the report of Koen Alefs (Master thesis "De
Bosmeesters", 2005). Bottom right: Carolus Biswane on his new land.
Picture 17. After 13 years we are back on the Bailey Bridge, where we
camped (see below). I may unload a joy shot and hit the slender Papaya tree.
According to Dennis I killed the tree..... Right: Stanley helps me to cut loose
the Walaba pods hanging on long wires.
Picture 18. From the report of our first Suriname tour in 2005.
On 11 December we
leave for the Wanawiro Nature Park on the Kabalebo River. On the way we pass
the bailey bridge where we camped in 2005. I can fire a "joy shot"
with Dennis' pistol in memory of his shot-in-the-night that silenced a
bull-frog.
Upon arrival at the
park there is nobody. Dennis releases a pistol shot. Stanley walks with his
shotgun down to the bank, where I can unload the shot over the water. What a
blow! So, with that gun they shoot all those monkeys out of the trees....A
little later a small corjal comes to take us with difficulty to the upstream
island camp. There we are welcomed by Mr. Bingi and his wife Rita.
On this island we
immediately notice the many thick vines, which make the craziest twists and
turns. That could indicate that this forest had once been developed
(H.J.W.Wijsman, Suriname report, 1977). Between tree roots I find a striking
round stone: I told my friends that it is too heavy to use for the pendulum.
Who will sketch my amazement when in the evening our Hindustan driver, Sergio
Siinanan, comes back from fishing and puts a smaller, round stone on the table
without words! This is perfect for the pendulum (see below). Later on, when
saying goodbye, I thanked him with 100 SRD (€12.=).
On 12 December we
make a forest walk with Mr. Bingi (R. Seenanan). In the evening I asked him if
the name Koen Alefs told him anything. Yesterday I had also asked Jack with
whom we entered the Kaburi creek. No, that name didn't tell him anything.....
He said it again: "Koen Alefs", OH! YES, of course! He had lived at
his house for six months! His wife and he had been like parents for him. But he had lost contact.....
just like me. He was completely upbeat; I showed him Koen Alefs' report "The Bushmasters" with pictures: he
knew everyone; his wife was also on a picture!
Picture 19. 'Lianas' do not form a taxonomic unit: they can be anything,
such as climbing plants as grapes, hops or honeysuckle. Some also make aerial
roots. A well-known vine is Chondondendron tomentosum, which provides the
curare toxin. Bottom right: Frank and Stanley bake boiled eggs, a Hindustan
dish. Later we see in this kitchen an egg-loving Awari (possum or opossum;
Didelphis marsupialis) sneaking over the beams.....
Picture 20. Walk in the woods with Mr. Bingi. Top right: Suddenly he
remembered Koen Alefs again! But I
had to confess to him that I too had lost contact. Right: With his wife Rita.
On 13 December we
drive back to Camp David in more than 12 hours via Apura. The next day we visit
the architect Philip D. We show him the one-second pendulum, which here at the
equator has a slightly longer swing time (~1%) than at the pole. He is critical
and does not believe that the oscillation with this Kabalebo stone can be
measured accurately enough to show a difference with the oscillation time at
the latitude of Naarden. He is probably right, but I'm going to work with it
anyway. I tell him, just like 6 years ago, of La Condamine's visit to
Paramaribo. We agree that I will soon send him a proposal for an article and
that we will write it together.
On December 15,
2018 we start our last trip to Bigi Pan at Nieuw Nickerie early on. Unlike 6
years ago we now see Red Ibises, Flamingos and many birds of prey. We meet two
nice interns and also the lawyers Milton C. and Bert A,. Finally I let Dennis
seduce me to inhale some of his White widow. The others come back from a night
boat trip in search of caymans and snakes. Lying in a hammock on the terrace
above the water, I talk with Milton and Dennis about the Bouterse lawsuit,
discrimination and slavery. I notice that, swaying in the hammock, I can't find
my words anymore; have I missed the opportunity to talk about "Black
Pete" in the decor of the Surinamese bush?
Picture 21. Trip to Bigi Pan on December 15, 2018. Top left: Dennis
looks out over the Lower Saramacca River with some fishermen. Top right: Our
resort-on-poles in Bigi Pan. Bottom left: the Red Ibises go to sleep. Right:
Flamingos.
In Dennis' house,
under the cheerful screams of his granddaughters, I talk to Frank about
reparations for slavery. He calls me the names of Armand Zunder and Antoin Deul
(oud-NINse, Nationaal Instituut Nederlands Slavernijverleden en Erfenis), of whom I have never heard of before. Dennis shows me on Youtube
lessons in Canabis by Raphael Meshoulam and the comedian George Carlin. It is a
tangle of reproaches, ideas and jokes. In Naarden I later watch Dennis' Youtube
films with my two sons. When he comes to Holland I will show him a film by HansTeeuwen about Sylvana Simons, who has changed "his complete
worldview".....
On 17 December,
back at Camp David, I'm going to start with the 1-second pendulum. That is much
easier than the "Black Pete" discussion. Rostelli painted the large
Kabalebo stone with "in memory of La Condamine's visit to Paramaribo in
1744". We attach the small stone to a fishing line that is about 1 m long:
I measure a swinging time of 1,012 seconds. I take the stone with attachment
and the hook to Naarden to measure the swinging time again with the same
arrangement. Outcome (thanks to statistician NG): if everything is lumped
together there is no significant difference, as Philip D. already
predicted....If one Surinamese measuring set is omitted - but that is not
allowed - the oscillation time in Suriname is a bit longer.....
Picture 22. Above: Philip D. looks critically at the one-second
pendulum. Next: Rostelli paints on the large Kabalebo stone: "In memory of
the one-second pendulum of La Condamine, Paramaribo, 28 August 1744". The
pendulum is about 1.01 m long, the pendulum time is 1.01 second..... Below:
Conrad, Hilbert, Dennis, Syarda, Cocky and Chris: we say goodbye to Dennis,
grateful for everything he has done for us!