Suriname- en
Commewijne-rivier
10 februari 2012. Op onze tocht naar Frederikdorp voeren we
vanaf Leonsberg eerst de Surinamerivier af om dolfijnen te zien. We zagen een
groep van ongeveer 10 rondom onze boot. Daarna, onder Braamspunt, zagen we
eindelijk de prachtige Rode Ibissen, maar ook de Bruine pelikaan, Fregatvogels
en de mooie Blauwe en Witte reigers.
Fregatvogels
op palen voor visnetten bij de monding van de Surinamerivier (vanaf Braamspunt
kijkend naar het zuiden).
Op Frederikdorp waren weer net als in 2007 tamelijk veel gasten.
De reuzenachtzwaluw, de “Great Potoo”, zat weer in dezelfde boom te slapen!
Op de terugweg deden we Fort Nieuw Amsterdam aan dat in de
tijd van La Condamine (1744) nog in aanbouw was. Wat was er vergeleken met 5
jaar geleden veel gebeurd! Het is nu een interessant museum met goede uitleg en
een verfrissend restaurant!
Ruim een half uur duurde het voor deze bocht gepasseerd kon worden.
De Brownsberg staat nu voor een volgende keer (?) op het programma…
De Great
Potoo, slapend in dezelfde boom waar we hem op 20 mei 2007 zagen.
Tonka-eiland
Gisteren (12 febr. 2012) zijn we teruggekomen van onze tocht
naar Tonka-eiland. Op de heenweg zouden we eerst naar Brownsberg rijden maar de
bus bleef steken in een bocht bedekt met rode modder. Na een half uur proberen
slaagde de chauffeur er in de bus voorbij de bocht te krijgen. Maar omdat de
Brownsberg in regenwolken gehuld was besloten we liever naar Tonka-eiland te
gaan.
We werden begeleid door Suzanne van Troon dochter van
“Mijnheer Frits”, een “uitbundige”
boslandcreoolse die van wanten wist en uitstekend kookte. Suzanne werd
geboren in één van de “Transmigratiedorpen”. Haar vader, Frits van Troon, heeft
zijn dorp moeten verlaten vanwege het vollopende stuwmeer.
Het
Brokopondo-meer met de uitstekende “droge bomen”, op weg naar Tonka-eiland.
Die nacht werd Chris D. twee keer pijnlijk gestoken door een
15 cm lange centipede (Scolopendra).
Hij heeft er verder geen last van gehad. Gelukkig bleef het onder zijn kussen
liggen, zodat hij het kon vangen. De volgende ochtend hebben we er een foto van
gemaakt, waarna het “prachtige beestje” in het bos zijn vrijheid kreeg.
Met de bomenspecialist Frits van Troon zijn we de volgende ochtend
op pad geweest: van bijna elke plant kende hij de familienaam! We zagen mooie
lianen, bloemen, vruchten en een grote spin die een vlinder gevangen had.
Uiteindelijk liet hij ons een nieuw schoolgebouwtje zien dat nog niet geopend
was, maar nu al aan het vervallen leek. Wat is het moeilijk om in deze omgeving
dergelijke gebouwtjes te onderhouden. Hij liet ons een kaart zien over het
landgebruik van de Trio’s in zuid-west Suriname; in Trio-taal: “Nono pontoon ikurunmato Tarënotomoja
soireweste Surinan pontomoja.”
In het gastenboek kon ik niet nalaten te schrijven: “Hier
(in het schoolgebouwtje) zal praktische plantenkennis geleerd kunnen worden
door studenten uit Paramaribo. Niks geen cliché’s over biodiversiteit, maar
interesse kweken onder het motto ‘Sabi sa yu abi’ (Wéét wat je hebt).”
De
Centipede (15 cm lang) die onder het hoofdkussen van Chris was gekropen en hem
twee keer wist te bijten (of steken?). We lieten het “prachtige beestje” een
eind verderop weer vrij.
Een spin
(diameter achterlijf ~2 cm) prepareert een pasgevangen vlinder.
In het
schoolgebouwtje van Frits van Troon bekijken we de kaart “Landgebruik van de
Trio’s in zuid-west Suriname”. In Amatopo, Kwamalasamutu en op vele andere
plaatsen heeft hij geholpen bij het determineren van de bomen.