Na een lange reis ("un muy largo
viaje") vanuit Bogotá kwam Rosalbina op 22 augustus aan op Schiphol. Al
gauw bleek dat ik haar spaans redelijk kon verstaan omdat ze niet zo idioot
snel sprak als een spaanse TV-presentator. Ook bleek dat ze niet verlegen was,
dat ze veel wist te vertellen en te vragen en dat ze mijn praat-pogingen
geduldig kon aanhoren én verbeteren.
Ze had maar een kleine koffer bij zich vól
cadeautjes, voor ons hier en voor de mensen straks in Zwitserland. Wat had ze
voor zichzelf bij zich? Wat slepen wij toch allemaal mee op reis?
Eén van de cadeaus was een blok panela. Van zulke rietsuiker of "gula java" (niet te verwarren met "guajaba", een in Colombia veel voorkomende appel) at ik tijdens mijn eerste verblijf in Bogotá in 1975 grote hoeveelheden. Ik had blijkbaar op die hoogte (2600 m) suiker nodig, maar dat kon later door diverse artsen niet bevestigd worden.... Ik heb toen een folder gekocht, uitgegeven door SENA (Servicio National de Aprendizaje), waarin werd uitgelegd hoe je panela kon maken. Rosalbina herkende de folder direct. Hoe had ik ooit kunnen weten dat zij later op een van die instituten zou gaan studeren?
Eén van de cadeaus was een blok panela. Van zulke rietsuiker of "gula java" (niet te verwarren met "guajaba", een in Colombia veel voorkomende appel) at ik tijdens mijn eerste verblijf in Bogotá in 1975 grote hoeveelheden. Ik had blijkbaar op die hoogte (2600 m) suiker nodig, maar dat kon later door diverse artsen niet bevestigd worden.... Ik heb toen een folder gekocht, uitgegeven door SENA (Servicio National de Aprendizaje), waarin werd uitgelegd hoe je panela kon maken. Rosalbina herkende de folder direct. Hoe had ik ooit kunnen weten dat zij later op een van die instituten zou gaan studeren?
De folder van SENA, gekocht in Bogotá in 1975 en een foto van een
"panelera".
Het
wonder van de "Guascas"
Kaal Knoopkruid; rechts de gladde (Galinsoga parviflora) en links de
harige.
Het (on)kruid Galinsoga parviflora werd in 1796 vanuit Peru naar de Kew Gardens gebracht en zou
van daaruit verspreid zijn. De naam "Galinsoga" was al bekend aan Spaanse
botanici die tussen 1777 en 1788 door Chili en Peru reisden. Hoe dan ook het
kruid is hier nu overal te vinden. In Colombia heet het "Guasca" en
wordt het gebruikt als smaakmaker in de Ajiaco, een soep van aardappels,
groente, mais en kip.
De blaadjes van het hier gevonden
Knoopkruid smaken of ruiken echter naar niets! Omdat we de soep willen maken
voor zo'n dertig gasten hebben we het eerst maar uitgeprobeerd. En, oh wonder,
na toevoegen van een bosje van de geurloze blaadjes bleek na korte tijd koken
de hele soep de karakteristieke smaak van de ajiaco te hebben gekregen!
Zelfs op de Tweede Boomdwarsstraat in de Jordaan vond Rosalbina
"Guascas".
Boven: Giulia voert de guascas aan; na uitkoken van de geurloze blaadjes
komt er smaak. Onder: Het toevoegen van de blaadjes: al na een paar minuten
koken van de op het laatst toegevoegde guascas kreeg de soep de karakteristieke
Ajiaco-smaak.
Interesse
Omdat Rosalbina geinteresseerd was in
bomen, bloemen en zaden en liever naar een hacienda of tuin ging dan naar een
museum, bezochtten we plaatsen zoals de Bussummergrindweg, waar alle nootjes
allang verteerd waren, het Pinetum Blijdestein, waar ook palmen waren, een
grote kastanje bij Hamdorff, verziekt door een paddenstoel, en de bloeiende
heide bij Huizen.
De Busummergrindweg, het Pinetum Blijdenstein, de kastanje bij Hotel
Hamdorff, verziekt door een paddenstoel en de heide bij Huizen.
Een
tweede bezoeker
Op 24 september kwamen Boud en Giulia aan
op Schiphol. Rosalbina zag Boud voor de tweede keer, maar Giulia voor het
eerst.
Na een reünie met familie en vrienden,
samen goed voor zo'n 10 liter ajiaco-soep, reisden we samen naar Zwitserland.
Ik probeerde me zo'n tocht in Colombia voor te stellen: hier leek het alsof we
tussen Naarden en Luzern de bebouwde kom niet uit waren gekomen.....
Eén zoon, één kleindochter en twee moeders.
Charala
Terwijl we 's ochtends door het dorp
wandelden om brood, "anke" en Gruyère-kaas te kopen, viel Rosalbina
het mooie uitzicht over de Solermatte op; daar had ze als boerendochter een
goed oog voor. Lopend langs "het Chalet" vertelde ik haar dat ik daar
2 jaar gewoond had voordat ik op mijn achtste naar de grote stad Hilversum
verhuisde om er naar school te gaan. Rosalbina vertelde toen hoe zij op een
Finca in Charala opgegroeid was en op haar achtste naar Bogotá moest verhuizen
om er onder toezicht van een oud-tante naar school te gaan. Elk jaar ging ze
voor de vakantie terug naar de boerderij "El Cucharo" bij Charala,
waar haar ouders en jongere broers en zusters woonden. Hoewel hemelsbreed niet
meer dan 200 km van Bogotá verwijderd, duurde de reis per bus zo'n 9 uur. Maar
aan Charala had zij haar hart verpand.....
De Finca "El Cuchara", waar Rosalbino werd geboren, ~8 km ten
zuiden van Charala en ~100 km ten noorden van Bogotá.