Gastheer van La Condamine in Paramaribo was de
gouverneur Jan Jacob Mauricius. Deze beklaagde zich in zijn journaal dat “de
ridder” alleen bezig was met de sterren en niets anders gezien heeft van
Suriname dan de straten van Paramaribo:
<< De Chevalier is uitgeleid door mijn
Adjudant (Lefèvre) en den Landmeeter de Loncourt. Zijn Edele is hier maar
tweemaal met mij en mijn Adjudant uitgeweest en heeft niets gezien dan de
straaten van Paramaribo, hebbende ook dag en nacht zoveel te doen gehad met de
starren, dat hij op de aardsche saaken weinig reflexie zal hebben
gemaakt.>> En hij vervolgt:
>>Hij heeft hier geobserveerd, dat onse
hoogte is op vijf graaden en negen en veertig minuten. Ik heb Sijn Ed. op reis
voorsien van eenige wijn en provisie.>>
(Sijpesteijn, Jhr. Cornelis Ascanius
van. 1858. “Mr. Jan Jacob Mauricius, gouverneur-generaal van Suriname, van
1742-1751.” ‘s Gravenhage, Gebroeders van Cleef. pp. 72-74.)
Volgens
J.B.Ch.Wekker (1983; Geodesie, Delft) was de door Mauricius genoemde meting van
de Noorder Breedte (5° 49’ 25’’) door La Condamine op het plein voor het
Gerechtshof “de eerste maal dat er in Suriname officiell een astronomische
plaatsbepaling geschiedde.” Wat hebben de Nederlandse kartografen met die “Franse
meting” gedaan?
Volgens Paula van Gestel (Faculty of Geo-Sciences,
University of Utrecht) is er geen enkele aanwijzing dat deze opmeting in
Nederland gebruikt is; hij komt niet voor in de geschiedenis van de kartografie
van Nederland. In elk geval wordt op de kaart uit 1877 van Zimmermann (zie
onder) voor Paramaribo (Marine trap) een NB van 5° 44’ 30’’ gegeven. Zelf
meette ik met een GSM op 24 maart 2010: 5° 49’ 33’’.
Links: In het Boerhaave museum te
Leiden hebben we de houten kwadrant van Snellius (2 bij 2 meter) bewonderd,
waarmee hij hoeken kon meten. Met de methode van driehoeksmeting (triangulatie)
heeft hij in 1617 de afstand tussen Alkmaar en Bergen op Zoom bepaald en heeft
de expeditie van La Condamine de afstand tussen Quito en Cuenca gemeten.
Rechts: Tijdens die expeditie (1736) werden kleinere (~80x80 cm) kwadranten van
ijzer gebruikt. Deze afbeelding is van de Bibliothèque de l’Observatoire
(Quart-de-cercle mobile de 0,81 m de rayon à une lunette. Paris, 1730 – Claude
Langlois.)
Corantijn
Onze
gastheer, Dennis Chin-A-Foeng, zal zich over ons niet hoeven te beklagen. We
hebben een vol programma waarin we allereerst gedurende een tocht van 10 dagen
de Corantijn zullen op en afvaren. Het is de bedoeling om tot Amatopo te komen,
zo’n 300 km stroomopwaarts naar het zuiden. Dat is over de Rijn van Arnhem tot
even voorbij Mainz; daar doen we in de auto door ons ontboste West-Europa amper
4 uur over. Langs de Corantijn zullen we baden, vissen en vogelen…
Een kaart van de loop van de Corantijn gemaakt met
Google Maps vergeleken met een detail van de kaart van Lavaux uit 1737 (Koeman, Printed maps Suriname, no. 8); niet op
dezelfde schaal.
Google Earth, de monding van de Corantijn bij
Nieuw Nickerie.
Zal er nu in Apoera een Internet café zijn?
Goudvelden
Later
zullen we het goudveld “Maripaston” bezoeken. Wie weet ontmoeten we daar nog
een van de “garimpeiros” of goudzoekers met wie we in 2007 van Boa Vista, via
Lethem (Guyana) naar Paramaribo gereisd zijn. Misschien vinden we er nog
Weskly, Marcus, Rossi of ……Sandra, aan wie ik mijn trui geleend heb.
Maar
waar ligt Maripaston? Op Google Maps is het niet te vinden. Maar wel op Youtube
en op een oude kaart van Cateau uit 1882. Het ligt aan de Samaracca rivier ten
zuiden van het vliegveld Zanderij.
Links: Maripaston gevonden op een oude kaart uit
1882 van Cateau van Rosevelt-van Lansberge (Universiteitsbibliotheek,
Amsterdam). Rechts: detail van polythematische kaart van Zimmerman (1877; Universiteitsbibliotheek
Amsterdam; UBM: Kaartenzl:34.32.15), waarin potentiele goudvelden zijn
aangegeven (zie tekst); de rode stippellijn geeft de countour van het
Brokopondo Stuwmeer aan en de rode stip Tonka eiland, waar we naar toegaan!
Zoals
de kaart van Zimmermann uit 1877 aangeeft heeft men al in de 19de eeuw de
goudexploitatie proberen te stimuleren. Rechts, bij “A” staat geschreven: “5000
Hectaren land, gepacht door de Amsterdamsche gouddelvingmaatschappij in
Suriname.”; en: “Bodem bestaande veelal uit bruinijzererts met weinig kwarts
vermengd en bedekt met klei van geelbruine kleur.”; en: “Bodem bevattende Goud,
Koper, Lood, Bismuth en Platina.” De schuine rode lijn geeft een geplande weg
naar de Marowijne aan van 790 km tussen Broko Pondo en Pedrosoengoe.
Beschrijving
van de kaart: “In 1877 liet G.P.H. Zimmermann,
officier der Infanterie, deze kaart te Amsterdam drukken. Model hiervoor stond
de handschriftkaart, getekend door W.J.F. Vermeulen, die bewaard is gebleven in
het Surinaams Museum te Paramaribo. De kaart omvat de gebieden langs de Suriname
rivier tussen de riviermond en het punt waar men net met de goudexploitatie was
begonnen. Met de inzetkaartjes, doorsneden van de rivier en de opgave van
enkele voortbrengselen van de oevers wordt een goed beeld van de laatste fase
van de plantagetijd gegeven.”
Nu
zijn er plannen om concessies te verlenen in het Nassaugebergte aan de grote
goudproducent Newmont, die ook actief is in Ghana en Peru.
Het
probleem van de klein- of groot-schalige goudwinning is natuurlijk de zichtbare
activiteit van ontbossing voor infrastructuur en afgravingen. Maar hoe zit het
met de onzichtbare chemische vergiftiging?
Bij
kleinschalige productie van 1 kg goud (waarde €20,000) komt ongeveer 1.3 kg
kwik (kost €50) in het milieu terecht. Voor ons, die daar maar korte tijd op
bezoek zijn is dat ongevaarlijk. Maar voor hen die daar langdurig en
onbeschermd werken kan het fataal worden; en zo ook voor de harnasmeervallen
(waarover later meer).
Roeien?
Zou
het nog mogelijk zijn een sloep te vinden waarmee we naar fort Nieuw Amsterdam
kunnen roeien? We zouden wel aan die riggers moeten wennen…
Een zendeling (Hernhutter?) op reis in Suriname in
1914. (Amsterdamse Universiteitsbibliotheek. UBM: 1177 C 24 pl. p. 124.)
No comments:
Post a Comment